Deze geschiedenis gaat over het verhaal, de worst en het inkomen waarop in feite iedereen recht heeft. Het speelt zich af in het hier en nu en het raakt ieder van ons op de een of andere manier. Het gaat over de worst die werk heet en om ieders nek bungelt.
De hamvraag is op welke manier het de kapitaalkrachtigen lukt om exclusief te profiteren van de voordelen van mechanisering, automatisering en robotisering? Deze rijken hoeven niets meer voor hun geld te doen, maar waarom moet het overgrote deel van de bevolking dat dan wel, terwijl het gewoon een kwestie is van het verdelen van de welvaart die deze technische vooruitgang oplevert? En wordt het niet de hoogste tijd dat iedereen gaat profiteren van deze voordelen?
Het verhaal
Er is nog nooit een situatie van volledige werkgelegenheid geweest, waarbij dus iedere werkzoekende een baan had. Toch gaat iedere regeringsmaatregel er stilzwijgend vanuit dat er werk is voor iedereen. Het is de schuld van de werknemer wanneer hij geen baan heeft en als dat toch zo is, dan is dit slechts tijdelijk. Daarom hebben de Schriftgeleerden van de Participatiewet geregeld dat mensen zonder werk (opnieuw) moeten leren solliciteren, sollicitatiebrieven schrijven en werkritme opdoen. Waardoor ze daarna automatisch weer aan de slag moeten kunnen in het arbeidsproces.
Als iemand desondanks geen baan krijgt dan is dat niet de schuld van de samenleving, maar dan is dat ‘eigen schuld’. De maatschappij doet immers alles om iemand te laten ‘participeren’. Koste wat koste moet iedereen aan een baan, desnoods als vrijwilliger. Dat maakt niet uit, want degene die vrijwilligerswerk doet, telt ook weer mee, want hij heeft werk.
Gelukkig zijn de meeste mensen ervan overtuigd dat zij waardeloze schepsels zijn zonder werk. Op deze manier zal niemand ‘het verhaal’ in twijfel trekken en laten zij zich als makke schapen het een of andere baantje in duwen. Want dan doen zij in ieder geval weer mee.
De worst
Natuurlijk gelooft geen enkele intelligente politicus dat er werk is voor iedereen. Het is echter wel bijzonder handig om werk als worst te gebruiken. Werk heeft voor veel mensen zelfs de status van een onbereikbare grootheid gekregen. Een zaak waarnaar mensen verlangen. Zeker als zij geloven dat hun geluk afhangt van die droombaan. Want wat is een mens zonder betaald werk?
Zolang de bestuurders mensen blijven inwrijven dat werk heilig is en ze zonder baan nietsnutten en profiteurs zijn, dan kunnen zij deze mensen in ieder geval onder controle houden. Het geloof in werk als het heilige der heilige moet in ere blijven, dan zal iedereen rustig meedoen aan de banencarrousel.
Inkomen
Maar o wee, wanneer alle mensen zonder baan zich gaan realiseren dat zij een worst voorgehouden krijgen, met werk dat er helemaal niet meer is en zich gaan roeren. Dan zouden ze weleens massaal Inkomen kunnen gaan opeisen in plaats van werk. Want er valt immers geld genoeg te verdelen, wat op zijn beurt door een steeds kleiner deel van de bevolking wordt opgepot.
De worst die werk heet, zal plaats moeten maken voor de realiteit die inkomen, ja zelfs basisinkomen, genoemd wordt. Voorlopig blijft de werklegende echter nog levend, maar o wat zou ik graag op zijn begrafenis staan, zodat alle mensen bevrijd zouden kunnen worden van deze keten om hun nek.
Rob Vellekoop, 15 december 2017