We kennen natuurlijk allemaal dat kunstmatige gedoe van landelijke politici die in zogenaamde debatten bij de landelijke omroepen elkaar met one-liners proberen af te troeven. Als kandidaat raadslid neem ik jullie graag mee voor een kijkje achter de schermen van het lokale debat. Ik deed er aan mee in Utrecht en ben er mee bezig in Amersfoort.
Het allereerste wat blijkt als je als niet doorgewinterd politicus de arena in gaat van het politieke debat is dat op de tribune zich aanhangers van de verschillende ‘debaters’ hebben opgesteld. Zij klappen, joelen en stellen voorgekookte vragen aan hun protegés. Dat zorgt er voor dat wanneer je als nieuwkomer in de arena in debat bent, jouw argumenten meestal met een ijzige stilte en de woorden van de oude raadsleden met geklap worden ontvangen.
Dit zou de suggestie kunnen wekken dat je woorden geen indruk maken of niet begrepen worden, maar het is gewoon onderdeel van het spel.
Het volgende opvallende wat zich voordoet is dat er meestal weinig tot geen toeschouwers zijn gekomen om iets nieuws te horen. Zij hebben zich al een oordeel gevormd. Dat is een vaak gehoorde klacht van kandidaat debaters. Het verhaal dat je afsteekt is eigenlijk niet bedoeld voor het publiek in de zaal, maar voor de kijker of lezer thuis, die het (video) verslag bekijkt.
Tussen de politieke gladiatoren is er nog een belangrijk verschil. De oude garde van zittende raadsleden hebben elkaar het afgelopen jaar al eindeloos op de korrel genomen, dus zij herhalen slechts hun gangbare argumenten. De nieuwkomers die deze oude retoriek nog niet kennen, komen met een gloednieuw verhaal. Dat is schrikken voor de oude garde en onwennig voor het publiek in de zaal, maar ook voor thuis.
Vier jaar geleden introduceerden wij in de gemeentepolitiek met de BasisInkomenPartij in onder andere Utrecht het basisinkomen. Het obstakel dat wij onbedoeld opriepen voor vriend en vijand was ongekend groot. Veel mensen snapten niet waarover we het hadden, ‘Wat is een basisinkomen dan wel?’ Je kunt als nieuwe partij dus ook te vernieuwend bezig zijn.
Iets in dezelfde orde maar dan anders maak ik nu mee in Amersfoort. Ik propageer het lokaal referendum, waarop in eerste instantie werd gereageerd dat dit helemaal niet kon op gemeentelijk niveau (wat dus wel blijkt te kunnen) en vervolgens compleet wordt doodgezwegen. Je kunt moeilijk als je van D66, VVD, CU of CDA bent het lokale referendum omarmen terwijl het landelijk door jouw partij wordt afgeschoten. Dus daarmee is het debat al afgelopen voordat het begonnen is.
Wat ik het meest storende vind van een debat is dat de zittende garde van raadsleden altijd meer tijd en gelegenheid geboden wordt hun (oude) verhaal te vertellen dan de nieuwkomers. Tijdens het laatste debat dat ik meemaakte moesten de oude politici zich zogezegd verantwoorden voor hun beleid en zou in de tweede ronde aan hen en gelukkig nu ook aan de nieuwkomers hun toekomstvisie worden gevraagd. Dat betekent dat de oude raadsleden dus twee keer zoveel gelegenheid krijgen zich te profileren, terwijl zij dit daarvoor al vier jaar lang ook hebben gedaan. Op dat moment maakt me dat erg boos en probeer ik uit alle macht in te breken in de ellenlange betogen en nietszeggende woordenbrij van de oude politici.
Uiteindelijk heeft zo’n actie natuurlijk weinig zin. Want herinner je je dan plotseling: het gaat er alleen maar om dat je je gezicht even laat zien, dan weten de mensen van je bestaan en als je dan geluk hebt checken ze wie je bent en waarvoor je staat.
Kortom ik heb nog geen antwoord gevonden op deze gang van zaken. Het voelt voor een nieuwe partij als een soort ontgroening. Eerst moet je achteraan aansluiten en als je dan met je ellebogen jezelf naar voren hebt gewerkt mag je ook wat zeggen!
Rob Vellekoop, 18 februari 2018