In deze stormachtige periode waarin Ollongren namens D66 het raadgevend referendum de nek aan het omdraaien is, even tijd om stil te staan bij wat onze democratie nu werkelijk is. Want democratie is het toverwoord waar eigenlijk niemand tegen kan zijn. Democratie is ‘goed’ en een ‘dictatuur’ is slecht. Zo simpel is dat. Voor de rest lijkt er geen alternatief te zijn, toch is beterschap mogelijk met een simpele ingreep.
Onze overheid beschikt zo langzamerhand over ongekende bevoegdheden, door een al maar groeiend aantal regels die mensen steeds meer vrijheid afneemt. Ook is deze overheid steeds internationaler geworden, waardoor de burger niet alleen moet gehoorzamen aan nationale regels, maar ook aan die van de Europese Unie en via verbanden als de NAVO ook aan de VS als NAVO-leider.
Laten we eens kijken naar vier voorwendselen waarmee politici burgers overtuigen tijdens de verkiezingen iedere vier jaar een blanco check aan hen af te geven.
1. Een democratie heeft een regering van, door en van het volk
Dit eerste voorwendsel is krachtig en wordt eindeloos herhaald. Het Griekse woord democratie betekent ‘macht aan het volk’. Het volk benoemt een regering of een gemeenteraad die het volk dient. Althans dat is wat ‘de wet’ zegt.
Helaas dienen wetten niet de burger. Een wet is een verzameling van bevelen die een regering heeft uitgevaardigd. Het naleven van deze wetten wordt afgedwongen met boetes en straffen. Daarnaast wordt niet de overheid maar de burger in toenemende mate gecontroleerd, denk aan de sleepnetwet en het risicoprofileringssysteem SyRI.
Vervolgens beweren politici bij hoog en bij laag gedurende de periode van 4 jaar daarna dat zij het volk vertegenwoordigen. Zij beweren: onze besluiten zijn ‘democratisch’. Vandaar dat ze het bestaan van een referendum volledig overbodig vinden, zij nemen toch steeds democratische besluiten? Er zijn zelfs mensen die dit heel gewoon vinden, omdat ze het volk eigenlijk te dom vinden om zichzelf te kunnen besturen.
Dat #D66 van t #referendum af wil vind ik juist teken van voortschrijdend inzicht. Gebleken is dat de mening van t “volk” vaak gewoon onvoldoende doordacht is. Van Kimberly in TVOH tot Brexit en Trump.
— roos vonk (@roosvonk) 15 februari 2018
2. Een Kamerlid, gemeenteraadslid, lid van Provinciale Staten vertegenwoordigt de burgers
Met andere woorden waar doe je als burger moeilijk over, je hebt toch toestemming gegeven aan politici om jou te regeren? Als je een persoon naar de winkel stuurt die jou gaat vertegenwoordigen door in plaats van jou een brood te kopen kan hij nooit meer doen dan jij zou doen bij de bakker. Hij mag als jouw vertegenwoordiger niet ineens meer dan jij, met andere woorden als jij de bakker niet mag beroven, dan mag jouw vertegenwoordiger dit evenmin.
Dat geldt echter niet voor volksvertegenwoordigers, die mogen altijd meer dan de mensen die hen hebben gekozen. Het Kamerlid mag besluiten goedkeuren, bijvoorbeeld over het voeren van oorlog met Rusland of het doen van miljardenaankopen van gevechtsvliegtuigen. Het gemeenteraadslid mag jou dwingen meer OnroerendeZakenBelasting te betalen. Op dat moment vertegenwoordigt dit lid jou niet meer, maar heeft hij opeens bevoegdheden die een gewoon mens niet heeft. Hij mag ook beslissen dat jij als je een uitkering krijgt hiervoor een tegenprestatie moet leveren. Zelf kan jij geen enkel medemens opleggen voor jou als slaaf te werken, want dan overtreed je een wet.
Deze gekozen leden vertegenwoordigen dus niet, maar besturen jou. Zij krijgen opeens ongekende macht. Gewone mensen kunnen niet zichzelf besturen daarvoor hebben zij bijzondere mensen nodig, dat zijn namelijk bestuurders, die opeens over bovenmenselijke capaciteiten beschikken, nadat zij gekozen zijn geworden.
3. Een meerderheid mag besturen namens een minderheid
Waar komt toch het idee vandaan dat een meerderheid opeens de baas kan zijn over een minderheid? De minderheid zal het hiermee nooit eens zijn. Gelukkig voor een democratie wisselt steeds de meerderheid en de minderheid van samenstelling, zodat soms de minderheid toch zijn zin krijgt. Dit maakt het echter niet logischer. Met andere woorden bij verkiezingen stemt de minderheid van de kiezers stilzwijgend in met de macht van de meerderheid. De ene kiezer legt dus zijn wil op via een regering/gemeenteraad aan een andere kiezer. Voor dat spel kiezen we als er een vorm van democratie is.
4. Er is geen andere keuze dan voor een regering
Het is niet zo verwonderlijk dat heel veel burgers zich afzijdig houden als het over politiek gaat. Ze hebben immers eens in de vier jaar een soort schijnzeggenschap, want vervolgens gaat hun kandidaat er vandoor met een andere partij en doet hij dingen die niet in zijn verkiezingsprogramma staan wanneer hij een coalitie vormt. Daarnaast is tussentijds bijsturen door de kiezer onmogelijk. Dan is het logisch dat de bevolking het beu is met een dooie mus van ‘ burgerparticipatie’ te worden afgescheept.
Toch zou je kunnen zeggen dat de burger zijn verantwoordelijkheid voor het functioneren van de samenleving onvoldoende neemt. Natuurlijk is het niet te voorspellen dat een partij als D66 het voortouw neemt om het referendum af te schaffen. Daar kan je als kiezer niets mee doen, wel kan je deze partij tijdens de volgende verkiezingen afstraffen met nul zetels. Of je kiest voor een partij die uitdrukkelijk een bindend referendum wil instellen.
Voor verandering op een geweldloze manier is meer inzet van de burgers nodig. Dit is nodig voor uitbreidingen van de democratie met bijvoorbeeld bindende referenda, ook lokaal, en allerlei vormen van burgerinitiatieven om zelf met wetsvoorstellen te komen in de richting van parlement of gemeenteraad.
Kortom
Kortom er liggen een aantal vreemde ideeën aan de basis van onze democratie. Met deze wetenschap pleit ik dan ook voor het instellen van een bindend referendum, waarmee burgers hun bestuurders voortdurend kunnen terug fluiten. Het is een simpele ingreep waarmee de democratie gecorrigeerd kan worden. Op deze manier zullen bestuurders zich veel meer bescheiden gaan gedragen en het uit hun hoofd laten om impopulaire maatregelen te nemen die onvoldoende draagvlak in de samenleving hebben zoals bijvoorbeeld het idee om de dividendbelasting af te schaffen.
Er moet in ieder geval een einde komen aan de blanco check van de kiezer aan de politicus. Dan zal het zware gevoel van onmacht ook verdwijnen. De burgers hebben de macht, ze geven deze alleen iedere vier jaar met een rode potloodstreep weg.
Rob Vellekoop, 17 februari 2018