De onderzoekers van het Stockholm International Peace Research Institute (SIPRI) melden dat de internationale wapenhandel tussen 2013–2017 met 10% gestegen ten opzichte van de periode van 2008-2012. Nederland staat op de tiende plaats (de vijf jaar daarvoor ook) met een aandeel van 2,1% in de totale handel.
In 2015 geeft Nederland exportvergunningen af voor € 0,87 miljard, in 2016 was dat zelfs € 1,42 miljard voor levering van wapentuig. (Rapportage 2016) De Nederlandse uitvoer bestaat meestal uit componenten.
De VS en Rusland exporteren samen meer dan de helft van de wapens wereldwijd, en de vijf grootste exporteurs – de VS, Rusland, Frankrijk, Duitsland en China – beheersen bijna driekwart van de totale handel. (zie tabel 1, hieronder)
De export van bijvoorbeeld geweren, munitie en oorlogsschepen kan de internationale veiligheid in gevaar brengen. Daarom moeten bedrijven een vergunning aanvragen voor de uitvoer van deze militaire goederen. Of de vergunning wordt afgegeven, hangt onder meer af van de bestemming en de eindgebruiker. De overheid publiceert daarom maandelijks overzichten van de afgegeven vergunningen. Voor welke goederen een vergunningsplicht geldt, staat in de EU-lijst voor militaire goederen.
Jordanië is de voornaamste afnemer door de aankoop van een F16. Het land gebruikt dit gevechtsvliegtuig in Syrië en in de door Saoedi Arabië geleide coalitie die Jemen aanvalt. Nederlands wapentuig vormt 43% van de wapenimport door Jordanië in 2013-2017.
Indonesië is de tweede door de aankoop van oorlogsschepen bij Damen. Deze oorlogssbodems zullen een enorme impact hebben op de regio. SIPRI heeft niet de Thales command and control systems meegenomen in de cijfers.
Op de derde plaats staat de VS ook door een levering door Damen, namelijk de Stan Patrol-4708 schepen onder licentie gebouwd. De VS is echter nog veel benlangrijker voor Nederland als koper van componenten voor raketten, helikopters en gevechtsvliegtuig (zie table 3). Deze onderdelen zijn niet afzonderlijk zichtbaar gemaakt in internationale statistieken, omdat ze verwerkt zijn in grotere systemen.
De exportvergunning met het grootste bedrag is die in 2014 van 700.000.000 voor de levering van onderdelen van de F-35 aan Italië, Turkije en de VS. Op de tweede plaats staat de levering van fregatten en onderdelen aan Indonesië voor 355.000.000.
Volgens Stop Wapenhandel wordt niet gerept over de faciliteiten die Rotterdam verstrekt aan de wapenhandel, met name grote hoeveelheden kleine wapens en munitie met bestemmingen als Filipijnen en Zuid-Afrika. China bijvoorbeeld exporteert munitie via Rotterdam naar Italië. Dit wordt niet meegeteld door SIPRI, maar hierdoor speelt ons land wel een grote rol in de wapenhandel zie: The Netherlands transit of small arms and ammunition 2013-2018).
SIPRI is een onafhankelijk instituut dat onderzoek doet naar conflicten, bewapening, wapenbeheersing en ontwapening, opgericht in 1966. Voor mensen die zich actief tegen de wapenhandel willen inzetten is er Stop Wapenhandel. Dit is een kleine stichting zonder structurele subsidie of overheidsgeld. Stop Wapenhandel wil wapenexport zoveel mogelijk beperken en de wapenexportpromotie door overheid en bedrijven stoppen. Ze doen onderzoek, voeren actie en lobbyen bij de politiek. Ze leveren informatie aan media in binnen- en buitenland. Hun prioriteit ligt bij actie tegen wapenexport naar dictators, naar landen in oorlog en naar landen waar mensenrechten worden geschonden. Ook voeren ze actie tegen financiering van wapenhandel door overheid, pensioenfondsen en banken.
Lees ook: Staatshoofden zijn verkopers van wapenindustrie
Rob Vellekoop, 10 juni 2018