Kapvrees

Foto 123rf.

Gastbijdrage van Henk Joosen*

 

Het liefst ga ik fietsend naar de kapper. Die zit hier op het pleintje, een steen­worp of vijf van huis. Goed te doen dus. In mijn oortjes verzucht een digitale David Crosby Almost cut my hair. Vijftig jaar geleden deed hij dat al op knisperend vinyl. Hij is volgens mij nog steeds niet geweest. Ik straks wel. Maar ik heb daar nooit zin in.

De geur van koffie en shampoo ontsnapt uit de kapperszaak. Hier klopt die vreemde combinatie. Het is gelukkig niet al te druk vandaag. Een enthousiaste kapster voorziet een bejaarde vrouw van een blinkende, buitenaardse badmuts. Haar collega ontfermt zich over een paar druk bladerende dames onder loeiende droogkappen. De wachtende mevrouw aan tafel knikt vriendelijk goededag en duikt weer in haar blad vol schandaal, scheiding en overspel. Ik ga ook zitten, denk nog een kwartiertje te kunnen lezen en klap het meegenomen boek open.

Die kapvrees zou best eens een verwaarloosd 20ste-eeuws trauma kunnen zijn. De kapper met zijn schaar en tondeuse was niet bijster populair bij jongeren zonder kunstkop. Geschoren figuurtjes en kekke haarlijntjes bestonden nog niet. Het moest gewoon zo lang mogelijk lang blijven. Simpel. Toenmalige foto’s overtuigen trouwens nauwelijks van onze goede smaak, maar daar gaat het nu niet om. Ik heb dat namelijk nog steeds. Die kapper hoeft van mij niet zo.

Vijf bladzijden verder is de mevrouw aan tafel aan de beurt. ‘Even lekker wassen?’ klinkt het verleidelijk.

Nee hoor,’ zegt ze schor. ‘Dat heb ik vorige maand nog gedaan.’ De bijbehorende schaterlach gaat over in een serieus geblaf. Gezellig!

Wat ik ook altijd lastig vind aan het kappersbezoek, is een goed antwoord geven op die onvermijdelijke vraag. Hoe moet het geknipt worden? Beschrijf dat maar eens. Ik kom nooit veel verder dan: ‘Doe maar kort. Of, denk er maar drie, vier maanden af.’

Dat blijft lastig. Daarom zou ik graag de pretparkmethode introduceren. Ik zie het al voor me. Aan het eind van de rit – in dit geval de knipbeurt – schrik ik van het flitslicht uit de spiegel. De zojuist genomen foto van het knipresultaat wordt automatisch opgeslagen in mijn archief. Met de hartelijke groeten aan de Wet bescherming persoonsgegevens. Ik word namelijk liever geholpen dan beschermd.

Dan ben ik aan de beurt. Nog steeds schiet me geen goed antwoord te binnen op de vraag die komen gaat. In de spiegel zie ik de oude vrouw inmiddels zonder zilveren badmuts krullerig naar de kassa lopen.

En? Hoe wilt u het hebben?’ hoor ik dan.

Dan zeg ik iets wat jammerlijk in me opkomt: ‘Doe het maar net als bij die mevrouw.’

Henk Joosen

uit: de serie Kort en klein

www.HenkTekst.nl

Geef als eerste een reactie

Geef een reactie

Uw e-mailadres wordt niet gepubliceerd.


*


Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.