Bijdrage van Henk Joosen*
De schuifdeuren van de supermarkt schoven uitnodigend open. Het geroezemoes van een regenachtige vrijdag zwol aan, terwijl ik het winkelwagentje tussen een stroom paraplu’s door richting parkeerplaats manoeuvreerde. Altijd op je hoede zijn. Niet iedereen is goed opgevoed qua paraplu. Een balein in je oog is niet bepaald iets om naar uit te kijken. Een regenschermbewijs, dat zou nog niet eens zo’n gek idee zijn.
Op het parkeerterrein was het niet al te druk. De winkelwagenwieltjes ratelden over de glimmende straatstenen. Ik deed het rustig aan om alles binnenboord te houden. En voor de zekerheid die flesjes bier nog een dagje met rust laten, niks aan de hand.
Ik opende mijn kofferbak en taste de gekochte spullen in de lege kratjes. Daar zweer ik bij. Aan tassen heb ik een hekel. In tassen worden je spullen geplet. Een krat is handiger. Het zware onderin, de lichte dingen erbovenop. Een kind kan de was doen.
Ik sloot de achterklep en wilde mijn wagentje net terugbrengen naar de rij aan elkaar geketende soortgenoten, toen een vrouw met een plastic regenkapje en bijpassende jas mijn aandacht trok. Ze stiefelde mijn kant op. Een paar meter achter haar liep een man, zonder twijfel haar echtgenoot. Hij droeg twee tamelijk zware tassen, waardoor zijn achterstand er niet kleiner op werd.
De vrouw intrigeerde me. Waarom weet ik niet. Was het haar tempo? Was het de monotone melodie die, zelfs toen ze me passeerde, nauwelijks verstaanbaar werd? Een vrij laag, brommerig geluid. Was het de gezichtsuitdrukking, die – dat kon er ook nog wel bij – onweer voorspelde?
Ze was voorbij, voordat ik het in de gaten had.
Manlief moet mijn verwondering hebben opgemerkt. ‘Ja,’ fluisterde hij in het voorbijlopen met een verontschuldigende glimlach. ‘Het is een mopperkont, hoor.’
Voor mijn gevoel heb ik hen nog uren nagekeken. Vragen smekend om een antwoord. Voelde ik medelijden, verontwaardiging? Waarom en voor wie? En hoe ontstaat zoiets?
Een wanhopige advertentie in de krant? Man zoekt mopperkont. En daar toevallig onder? Vrouw zoekt goedzak. De voorbestemde pot met deksel.
Wat doe je daar dan mee, met al dat gemopper? O ja? Is het takkeweer? Blijf dan lekker binnen! Niks op tv? Zet uit dan, dat ding! De stofzuiger kapot? Pak een bezem! De krant te laat? Goed nieuws! Zo moeilijk is het allemaal niet.
Ik had het hen toe moeten schreeuwen. Dan zouden ze thuis zijn gekomen met hun tassen. Ze hadden zich tussen de plassen door een weg naar de voordeur gebaand. En op het moment dat hij de deur achter zich dichttrok, zou de zon doorbreken. Voorzichtig, maar vastberaden. Zelfs daarbinnen. Het had zomaar gekund.
Henk Joosen
Uit de serie ‘Kort en Klein’
de Nederlandse vrouw ten voeten uit
zou ik bijna zeggen
geen groot compliment voor hen
en zielig voor die mannen
die strijd is nog lang niet teneinde
en trouwens altijd
nog beter dan gesluierd
achter je man
die alleen maar kan mopperen
aansloffen
zonnetje
hoop dat de mensen nog kunnen lachen
anders wordt het echt pas zwaar
Jouw commentaar vind ik raak en kan er mee lachen, geweldig!
De opmerking van manlief in het verhaal vond echt plaats. Gelukkig heb ik zelf genoeg ervaring met wat minder mopperende dames. Dank voor jullie reacties.