Taart

Uit: Kort en klein

Foto Henk Joosen

Bijdrage van Henk Joosen*

Bij films zie je het regelmatig: geschikt voor alle leeftijden. Ik vind dat nogal wat. Er zijn maar weinig volwassenen die Assepoester uit vrije wil helemaal uit willen zitten. Als je er goed over nadenkt is er niet erg veel wat bij alle leeftijden in de smaak valt. Een terras is het enige wat me zo gauw te binnen schiet.

Het terras is populair bij mens en dier. Honden slurpen er na een veel te warme wandeling dankbaar uit metalen schalen. Kinderen drinken een dorstig glas en ouderen eten er een taartje. Alles en iedereen die daartussenin zit vindt er wat hij zoekt. Gezelligheid, een slagje anders dan thuis.

De stralende zon maakte me dorstiger dan goed voor me was. Een glas bier zou me redden. Met een gelukzalig gevoel veroverde ik de laatste vrije plek op mijn favoriete terras.

Ik had hem al zien zitten, de man schuin achter me. Hij viel me op, omdat hij tamelijk ver voorovergebogen aan zijn tafeltje zat. Ik sloeg er verder geen acht op.

Het was nog niet zo gemakkelijk aandacht te krijgen van een dienbladpersoon. Druk, druk, druk.

Al snel gebeurde er iets eigenaardigs. Het was een vrij hoog, zangerig geluid dat ik hoorde. Steeds duidelijker. Het zong op een gegeven ogenblik zelfs rond in mijn hoofd.

Gek is dat. Je weet dat je het niet zelf bent, maar toch ga je – zelfs meer nog dan op een doorsnee dag – aan je verstandelijke vermogens twijfelen. Ik kwam in opstand. Ik moest weten wat het was. Die levensreddende bestelling kon nog wel even wachten.

Zo onopvallend mogelijk draaide ik mijn hoofd. De gebogen man kwam in beeld. Zijn blik was nog steeds op het tafelblad gericht. Lag daar een boek? Een telefoon? Bewoog zijn mond?

Met een nonchalant gebaar pakte ik de kaart van tafel, hield hem voor mijn snufferd en keek er zo onopvallend mogelijk overheen. De spanning in mijn buik bleef voor iedereen verborgen. Heeft een detective dat ook?

Ik moest me volledig richten op het geluid. Mijn ogen werden spleetjes. Niets bestond verder nog. Alleen de gebogen man en ik. En ik zweer het je, ik hoorde precies wat hij zei.

Is dat lekker dan!?’ was het. En toen: ‘Gossie toch.

Wat wás dat nou!? Ik gooide alle reserves overboord, schoof mijn stoel met een ruk naar achteren en liep met grote passen op de man af.

Geschrokken keek hij me aan. Op datzelfde moment vloog er een allerliefst musje van zijn tafeltje weg. In de consternatie liet hij een piepklein stukje – appeltaart was het, geloof ik – uit zijn snaveltje op de grond vallen.

En ik? Ik schaamde me kapot en stamelde iets wat nog het meest leek op: ‘Sorry.’

Henk Joosen, 26 mei 2019

Uit: Kort en Klein

www.HenkTekst.nl

Geef als eerste een reactie

Geef een reactie

Uw e-mailadres wordt niet gepubliceerd.


*


Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.