Bijdrage van Henk Joosen*
Hier is er weer een. Een top drie. Nauwelijks onderzocht, dubieuzer bestaan ze niet. Slechtste plek voor een goed gesprek.
Op plaats drie staat de bibliotheek, in de Hollandse volksmond vaker bieb genoemd. Vlamingen houden het op bib. Hoe dan ook, een praatje met een boekenzoeker aanknopen wordt in het uitleenhuis niet vaak gewaardeerd. De meeste boekofielen willen rust en hebben geen behoefte aan mogelijke plotverklappers. Aanknoopadvies: een magere 5.
Een goede tweede is het gebedshuis. In een kerk, synagoge, moskee of tempel komt een goed gesprek moeilijk tot stand. Meezingen of tegenspraakloze rijmelarij zijn er goed te doen. Luisteren gaat zelfs uitstekend, maar nooit naar jezelf, altijd naar de plaatselijke spreekbuis. Zo’n instituut is niet geschikt om een zelfbedacht onderwerp in de groep te gooien. Een slechte plek voor een goed gesprek. Aanknoopadvies: een vette 3.
Tijd voor de winnaar. Denkt u er het tromgeroffel zelf even bij? Komt-ie: de gezamenlijke pisbak in het café. Het verduidelijkende juryrapport is een voorbeeld uit de praktijk. Niet iedereen is ervaringsdeskundige.
Een tijdje geleden wilde ik in de plaatselijke kroeg een paar biertjes wegwerken. In goed gezelschap beschouw ik dat niet meteen als een straf. Maar er komt een moment, dan moet je hoognodig weg. Lege glazen, volle blazen. U kent dat wel. Ik stel dat bij voorkeur vaak uit. Je zou eens iets belangrijks missen. Maar op een gegeven moment ga je voor de bijl.
Ik wurmde me tussen het gelal en gebral door naar de plasfaciliteit en duwde de deur met de krullerige H open. In de dampende ruimte hingen maar liefst acht urinoirs naast elkaar. Ze beloofden de heren snel van het lauwwarme vocht af te helpen. Deze gelukzaligheid zou ik dames overigens ook graag toewensen, maar dat terzijde.
Vol vertrouwen liep ik naar een vrije bak om mijn persoonlijk record te verbeteren. Binnen een minuut plassen, handen wassen en terug de gezelligheid in. Ik lag mooi op schema, toen een vreemd gevoel me overviel. Het was de blik van de tamelijk forse man rechts naast me. Hij plaste rustig door.
Onbewogen bleef ik naar de tegels staren.
‘Ben jij niet van de krant?’ wilde hij weten. Hij legde zijn klamme hand op mijn schouder. Zijn andere stak vriendelijk hij uit. Het gespetter werd er ondertussen niet minder op. Dronkaards blijken uitstekende multitaskers.
Opeens kreeg ik het onaangenaam warm, rillend bij de gedachte aan miljarden bacteriën en zeiknatte schoenen. Ik brak mijn plas abrupt af en draaide me hevig kuchend om. Een nieuw record?
‘Jij bezorgt toch in de Heuvelstraat,’ riep hij nog. De deur met de H sloeg dof achter me dicht.
Aanknoopadvies: diep onder het vriespunt. U bent gewaarschuwd.
Henk Joosen, 31 mei 2019
Uit: Kort en Klein
Geef als eerste een reactie