Een bijdrage van Henk Joosen*
Henk Joosen is de man achter de verzameling columns ‘Kort en Klein’ die regelmatig verschijnen op DLM PLus. Onder de categorie ‘Column‘ zijn al zijn pennenvruchten verzameld op de site.
Een ongepaste opmerking ontsnapt. Vuurrood kleurt mijn hoofd. De onverbiddelijke straf voor gênant gedrag. Je zit op de blaren. En zo hoort het ook.
Natuurlijk kun je het proberen. Je er hakkelend uit kletsen. Alsof niemand dat door heeft. Nee, de zorgvuldig geformuleerde en oprechte verontschuldiging is een stuk beter. En ook belangrijk: je belooft het nooit meer te doen. Maar je zelfkennis zegt dat het zoete broodjes zijn. Spaans benauwd krijg je het. Wat weer erg opvallend is en niet aan te bevelen in combinatie met het schaamrood op de kaken. Jaloers ben ik op de onbezorgde medemens. De onverzettelijke om het zo maar eens te zeggen.
In een ver verleden had ik zo’n luchtige collega. Het was nog in de tijd dat ik voor de klas stond. Zo zei je dat toen. Voor de klas staan, een rare omschrijving van het leraarschap. Dat versimpelt het ambacht wel heel erg. Vaak genoeg zát ik namelijk achter mijn bureau of liep ik rond. Het kwam zelfs regelmatig voor dat ik met een flinke groep kinderen in een gymzaaltje allerlei ingewikkelde dingen deed, en bij voorkeur ook líet doen. Maar dat terzijde. Een gevarieerd beroep, dat voor de klas staan.
Moe van alle inspanningen zoek je in de pauze de koffiekamer op. Even rust. Komt ook die collega binnen, passeert me en laat een weliswaar zacht, maar overduidelijk windje. Zonder een krimp te geven krult een vette glimlach zich rond zijn mond. Met pretoogjes gaat hij zitten.
Kijk, daar ben ik nou jaloers op. Niet dat ik hem had willen laten, die wind. Voor geen goud. Maar die rust en dat binnenpretgenieten erna.
Laatst was er weer zoiets. Na een vlucht van dik drie uur zaten we ergens op een Grieks vliegveld braaf te wachten in een vliegtuig. Volgens de dienstregeling een tussenstop van een goed halfuur. Met een goed boek doe ik dat zonder morren. De benen strekken in de volgepropte 737 laat ik aan anderen over. Toen het metalen gevaarte zich weer in beweging wilde zetten, meldde de purser dat bepaalde dringende zaken niet meer waren toegestaan.
Zag ik verderop een man met een rieten hoedje op druk naar zijn vrouw gebaren. Híj schudde het hoofd. Zij keek niet blij. Toen stond hij op en schuifelde naar achteren. ‘Zware sigaar,’ binnensmondsde hij in het voorbijgaan.
Ik zag hem de kleinste cabine betreden. Langzaam drong de boodschap door. Die grote boodschap. Onbeschaamd en haast onbewogen aangekondigd. Alleen de glimlach ontbrak.
Toen de toiletdeur even later weer openging dook ik als een laffe struisvogel diep mijn boek weer in.
Henk Joosen, 27 juli 2019
Uit: Kort en Klein
Wel sterk Cultuurgebonden. De Romeinen hadden immers gezamenlijke poepdozen en ook hier in het oude Zweden waren die niet ongebruikelijk. van valse gène had met kennelijk geen last. Dat is meer een overblijfsel van het Victoriaanse tijdperk. Maak er maar niet zo’n punt van. En ja, dat huidige vliegen is geen genoegen en moet hoognodig aan banden worden gelegd. Moet je je als beetje verlicht mensch ook zo min mogelijk aan over geven