Kennis uit en over het hiernamaals

Alcar is in 1641 overgegaan naar het hiernamaals, na zijn laatste leven op aarde als Anthony van Dyck. Sindsdien heeft hij een omvangrijke kennis opgebouwd over het leven van de mens op aarde en in het hiernamaals. Om dat naar de aarde te brengen ontwikkelt hij Jozef Rulof tot schrijvend medium, natuurlijk met diens instemming.

In 1933 begint Alcar met het doorgeven van zijn eerste boek, ‘Een Blik in het Hiernamaals’. Jozef kiest voor een lichte trance, waarbij hij tijdens het schrijven kan voelen wat er geschreven wordt. Hierdoor kan hij geestelijk meegroeien met de doorgekregen kennis.

Hierdoor wordt Alcar enigszins beperkt in de woorden die hij in de eerste boeken kan gebruiken. Om in harmonie te blijven met het gevoelsleven van Jozef laat Alcar hem alles wat in de boeken wordt beschreven eerst zelf beleven. Daarom laat hij hem uit zijn lichaam treden, zodat Jozef de geestelijke werelden van het hiernamaals zelf kan waarnemen.

De opbouw van de kennis in de boekenreeks moet dus afgestemd worden op Rulof’s geestelijke ontwikkeling. Alcar kan de verklaringen op zielsniveau pas geven als het medium hiervoor klaar is.

Gevoelsleven

Jozef ziet dat de mens na zijn overgang, op aarde terechtkomt in de sfeer die bij zijn gevoelsleven hoort. Door de beschrijving hiervan wordt in de boeken vastgelegd wat er precies met de menselijke ziel gebeurt bij crematie, begraven, balseming, euthanasie, zelfmoord en orgaantransplantatie. Dit is de ultieme kennis over het leven.

Zo ontvangt Jozef bijvoorbeeld in 1938 het boek ‘De Kringloop der Ziel’ van meester Zelanus, een leerling van Alcar. Hierin beschrijft hij zijn vorige levens.
Met de opbouw van de reeks laat hij zien hoe al zijn ervaringen in zijn vorige levens uiteindelijk zijn gevoelsleven hebben opgebouwd, en ervoor zorgden dat hij steeds meer kon aanvoelen.
In 1940 is Jozef ver genoeg ontwikkeld om het boek ‘Tussen Leven en Dood’ te beleven. Hierdoor leert hij Dectar kennen, terwijl dit zijn eigen vorige leven als tempelpriester in het oude Egypte was. Dectar had zijn geestelijke krachten in de tempels hoog opgevoerd, waardoor hij intense ervaringen in uitgetreden toestand kon beleven en daarnaast zijn aardse leven niet verwaarloosde.

Die krachten waren nu nodig om de ultieme graad van mediumschap te bereiken: het kosmische bewustzijn. Door de beschrijvingen van die reizen in de boekenreeks ‘De Kosmologie van Jozef Rulof’ komt de hoogste kennis uit het hiernamaals naar de aarde. Dankzij de boekenreeks kunnen Alcar en Zelanus de werkelijkheid beschrijven zoals zij die voor zichzelf hebben leren kennen. Nu kunnen ze woorden en begrippen gebruiken, die de kern van onze ziel beschrijft en onthullen zij het wezen van de mens.

Kosmologie

In de kosmologie van 5 boeken, die onderdeel zijn van de 27 boeken, leggen zij op zielsniveau uit wat onze herkomst is. Maar ook hoe onze kosmische evolutie begon doordat onze ziel zich afscheidde van de Alziel.

Daarnaast bezoekt Rulof met zijn begeleiders uit het hiernamaals de hogere kosmische levensgraden, waar uiteindelijk ieder na ons aardse leven naar toe zal gaan. De kosmologie beschrijft waar we naartoe gaan, en verklaart de noodzaak van onze levens op aarde.

De begeleiders konden al de kosmische graden bereizen en deze ultieme kennis doorgeven, omdat ze zelf geholpen werden door hun orde van leraren.

Deze orde noemen zij de ‘Universiteit van Christus’ genoemd, omdat Christus de mentor is van deze universiteit.
Tijdens zijn leven op aarde kan Christus deze kennis niet doorgeven, omdat de mensheid daar dan niet aan toe is. Christus wordt al vermoord voor het weinige dat hij heeft kunnen zeggen. Maar hij wist dat zijn orde deze kennis op aarde zou brengen, zodra er een medium geboren kon worden, dat hiervoor niet meer omgebracht zou worden.

Dat medium is Jozef Rulof en de boeken die hij ontving luidden een nieuwe tijd in: ‘De Eeuw van Christus’. Christus zelf moest zich beperken tot de kern van zijn boodschap: de onbaatzuchtige liefde.

Aanvaarden

De begeleiders wisten dat de mensheid de Universiteit van Christus nog niet zou aanvaarden, ondanks alle doorgegeven kennis en inspanningen.
De wetenschap zal alleen een bewijs van het leven na de dood aanvaarden, als dat zonder een menselijk medium tot stand komt, zodat beïnvloeding door de persoonlijkheid van het medium uitgesloten kan worden.

Dat bewijs zal, volgens de boeken, worden geleverd door wat de begeleiders het ‘directe-stemapparaat’ noemen. Ze voorspellen dat dit technisch instrument een directe communicatie tussen de mens op aarde en de meesters van het licht zal brengen.

Om zich op deze taak voor te bereiden, is Jozef in 1952 naar het hiernamaals overgegaan. Zelanus had al op het einde van zijn boek ‘Geestelijke Gaven’ vermeld dat zij zich na de overgang van Rulof niet meer tot menselijke mediums zullen richten, omdat de ultieme kennis uit het hiernamaals al te vinden is in de boekenreeks.

Directe-stemapparaat

Om bewijs te leveren dat deze kennis waar is zal het directe-stemapparaat ingezet gaan worden.