Update levensboerderij Wilp: een mix van mooie en moeilijke momenten

Een bijdrage van Fred Teunissen*

Ons project levensboerderij in Wilp gaat het tweede jaar in. De pioniersfase is voorbij. Alles moet nu wat beter georganiseerd worden. Dit stelt ons voor de nodige uitdagingen. Op 21 december vorig jaar sloten we het seizoen af met een ritueel op het land. We spraken om beurten onze dank uit aan de tuin, aan de elementen, de natuurwezens, de eigenaresse van het terrein en aan elkaar. Daarna gingen de tuin en wij in diepe rust. Bij de start van ons tweede jaar worden we geconfronteerd met mooie en met moeilijke momenten. Ik noem er hier een paar.

Mooi: een dik hooidek

Op de delen van de tuin, waarin we met een hooilaag werken, lag die er destijds, aan het begin van de winter, al mooi dik bij. 30 centimeter en dan ook nog eens – bij het meten – met de hand zachtjes aangedrukt. Dat is volgens het boekje.

Het meeste lag er al in oktober op. Dat was een les van het afgelopen jaar, toen we dit – op een flink stuk van de tuin – veel te laat nog hadden gedaan, namelijk in februari. Gevolg daarvan was dat het onderliggende gras niet voldoende was verteerd en toen het warmer weer werd het gewas verdrong.

Levensboerderij Wilp

Veld met dikke hooilaag die het gras bedekt

Moeilijk: iets te enthousiast gras

Toen we ergens in februari een inspectieronde op de tuin maakten, schrokken we. Er kwam gras door de hooilaag heen. Het hooidek was in de voorgaande maanden op een eigenaardige manier ‘ingedikt’. Er waren heuvels en dalen in ontstaan en in veel dalen piekte hier en daar nu al groeiend gras. Dat was wat we nu juist niet wilden zien.

Nu hebben we natuurlijk een heel zachte winter gehad. En dat er zo’n merkwaardig heuvellandschap in de hooilaag zou ontstaan, hadden we niet voorzien.
De vraag is of dit een probleem gaat worden als we zo meteen de pootaardappels onder het hooi leggen. Waarschijnlijk moeten we de dalen nog wat opvullen.

Mooi: een gedeelde doelstelling

Op 21 januari stelden we tijdens onze eerste Algemene Ledenvergadering onze doelstelling vast. Geen lang verhaal. Eén zin slechts:

We streven naar een micro-samenleving die op basis van solidariteit en verbondenheid zelf weer haar eerste levensbehoeften produceert

Ook namen we besluiten over de concrete acties en doelstellingen voor het komende jaar. Met voorop de beslissing om dit jaar de opbrengst flink te verhogen door voor de ‘zomergroenten’ een aanzienlijk grotere oppervlakte in gebruik te nemen.

We hebben besloten dat we ons dit jaar in de zomertuin tot tien groentesoorten beperken: sla, spinazie, komkommer, rode biet, courgette, wortelen, broccoli, sperziebonen, prei en uien.

De teelt van deze groenten vraagt om ‘intensive care’ (poten, zaaien, schoffelen, wieden, bewateren, enzovoort). Intensieve tuinbouw. Tegelijk was duidelijk dat we deze doelstelling niet kunnen halen als de groep niet groter wordt. Er zijn nu zo’n twaalf leden die actief meewerken op de tuin. Dit moeten er minimaal 15 worden. Werving is dus nodig.

Voor het halen van de doelstellingen is bovendien nodig dat er een duidelijk commitment is van de deelnemers. Voor het eerst geven we daar een indicatie voor: een dagdeel per week. Voor sommigen in de groep bleek dat niet haalbaar. Zo ontstond er een tweedeling met wekelijkse en incidentele deelnemers.

Die nieuwe situatie roept meteen de vraag op hoe we dan de oogst gaan verdelen.
Kort na de ledenvergadering nam de kerngroep daarover een besluit: iedereen die op het land heeft gewerkt neemt bij het weer naar huisgaan wat (zomer) oogst mee. De oogst van bewaargroenten (de wintertuin) wordt over alle leden verdeeld.

Moeilijk: aanpassing organisatie nodig

Een groter oppervlak en de verbouw van meer verschillende gewassen houdt ook in dat de organisatie en communicatie verbeterd moeten worden. ‘Meer structuur’ was een gevleugeld woord, zo rond de jaarwisseling.

In de kerngroep worden nu de verantwoordelijkheden beter ‘belegd’. Ook wordt de kerngroep tijdelijk (naar schatting een half jaar) versterkt met een zeer ervaren tuinmens.

Mooi: we zijn flexibel

Ons project is gestart met de permacultuurmethode van Ruth Stout met als focus bewaargroenten voor de winter. Dit hield in dat we op alle ‘velden’ een hooilaag aanbrachten. Zie hiervoor de vorige vier updates.

In de loop van de lente en zomer van afgelopen jaar bleek er bij veel deelnemers ook behoefte aan de verbouw van ‘zomergroenten’ te bestaan.

Mooi is dat we daar ruimte aan hebben gegeven. Er werd een zestal bedden voor gereedgemaakt waar we geen permacultuur toepasten, maar de traditionele moestuin-methode.

Moeilijk: we bewandelen twee wegen

Aan het einde van het seizoen bleek dat veel deelnemers dit een prettige aanpak vonden en het oppervlak hiervoor wilden uitbreiden. Zo ontstond er even wat wrijving tussen ‘experimenteerders’ (de hooiplukkers) en de meer ’traditionelen’ (de schoffelaars).

De eersten benadrukken natuur, ruimte en het belang van een goede sfeer in de groep. De tweeden leggen meer nadruk op structuur, organisatie en individuele inzet en verantwoordelijkheid.

De eersten willen de grond zo volledig mogelijk met rust laten. De tweeden hebben een voorkeur voor spitten en frezen.

Beide ‘bloedgroepen’ hebben nu een even groot stuk van het terrein ‘in beheer’: allebei ongeveer 600 vierkante meter, ingedeeld in vakken van 150 vierkante meter.

Het deel met hooi noemen we de wintertuin (vanwege de bewaarfunctie) en het deel zonder hooi de zomertuin (voor de oogst die niet bewaard wordt). Bedoeling is wel dat de hooimensen ook op de zomertuin werken en omgekeerd.

Het is de vraag of deze twee methoden op één en hetzelfde terrein en vlak naast elkaar duurzaam gecombineerd kunnen worden.

Ook de ervaring van deze dubbele focus maakt deel uit van ons experiment.

Levensboerderij Wilp

Geprepareerd bed na het onderspitten van de graslaag

Mooi en moeilijk: de factor tijd

Mooi is dat we dit terrein in bruikleen gekregen hebben. Dat is een geweldig cadeau. Maar voor de continuïteit van het project is het moeilijk dat de toezegging steeds maar voor een jaar is. Daarom gaan we uitzien naar een tweede locatie in de regio Twello met een voor ons ruimere tijdshorizon.

Tijdens de zonnewende van 21 maart openden we het nieuwe tuinseizoen met een kort ritueel op het land. In de avond gevolgd door een informeel samenzijn in café-restaurant De Hamer in Twello.

Daarmee is ons tweede jaar van start gegaan.

Dit artikel verscheen ook op Transitieweb

>Lees hier meer artikelen over zelfzorg/zelfvoorzienend leven

 

3 Comments

  1. Wellicht elektrokultuur een idee.Yannick van Doorne en Matt Roeske van Cultivateelevate/electroculture houden zich hier professioneel mee bezig

  2. Mijn ervaring is dat het slecht samengaat: de traditionele aanpak van spitten en frezen en n permacultuurbenadering. Er zit n andere levenshouding achter.
    Zelf zou ik trouwens nooit hooi gebruiken maar stro.

  3. Ik ben het helemaal met Ton eens. Hooi zit vol met graszaden. Stro is veel beter. (eigen ervaring)

Geef een reactie

Uw e-mailadres wordt niet gepubliceerd.


*


Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.