De Tempel van Athene voor dummies

Eigenlijk is het pas echt fout met me gegaan in de Tempel van Athene. De lessen Nederlands van deze lerares aan het Groen van Prin-st-e-rer-college in ‘s-Gravenhage (graag deftig uitspreken) begonnen steevast met de uitroep wanneer we de drempel van haar klaslokaal overschreden “Welkom in de Tempel van Athene”. We wisten meteen dat we goed zaten, de intellectuele elite van de toekomst had plaatsgenomen onder haar krakend gehoor.

Ik vond het een uiterst lieve dame, laat ik dat voorop stellen. Ze praatte met een stem die het geluid van de naald van een oude grammofoonplaat nabootste, die bleef steken in het stof in de groeven.

Ze liet ons op subtiele wijze weten dat wij behoorden tot een groep bijzondere mensen. Wij waren intelligent en zouden na onze periode op het college, op enkele uitzonderingen na, uitwaaieren naar alle universiteiten van het land. Wij waren de crème de la crème van de natie. En dat meldde zij ons bijna iedere les in het atheneum.

Mijn vervolg op deze tempelbezoeken was mijn gang naar Leiden, de sleutelstad waar ook niet zo maar iedereen ging studeren. Hier kwam ik er snel achter dat je niet allemaal ‘intelligent’ hoefde te zijn, want veel corps-meisjes (wij van de rooie studentenvereniging Catena wisten dat het snollen waren) gingen zogenaamd studeren en werden lid van het studentencorps Minerva. Gewoon omdat pappa dat kon betalen.

Het lukte mij niet om een studentenkamer in Leyen (zo klinkt dat als je bekakt wilt praten) te regelen. In Katwijk ging ik op kot. Ik fietste iedere dag mijn longen uit mijn magere lijf om op Catena te kunnen keten. Studeren, dat kwam er niet van, want ik had het veel te druk met het organiseren van feesten en partijen als lid van het EJB (Eerste Jaars Bestuur).

Dankzij mijn uitspattingen als student zat ik opgebrand na 1 jaar alweer thuis. Niet dat deze studie zo moeilijk is of ingewikkeld. Ieder die dingen goed uit zijn hoofd kan leren, dus alle tempelgangers zal ik maar zeggen, kunnen dat met twee vingers in hun neus. God zij dank herinnerde ik me van mevrouw De Ru dat ik ondanks alles toch intelligent moest zijn. En dat er eigenlijk veel van ons slag verwacht werd. Binnen enkele weken na mijn thuiskomst werd ik echter ingelijfd bij de supermarkt in mijn dorp om vakken te vullen. Dat moest ik ander half jaar doen voordat ik mijn militaire dienstplicht kon vervullen. Pas veel later zou ik weer gaan proberen aan die ‘intellectuele’ verwachtingen te voldoen.

Toch voelde ik mij nog steeds verheven boven mensen waarvan ik dacht dat ze niet zo slim waren als ik. Het ‘Tempel van Athene-syndroom’ had zich in mijn hersenen genesteld. Dat had het systeem toch aardig voor elkaar gekregen. Ik schaam me nog steeds rot als ik eraan denk dat ik mij veel beter vond dan mijn eigen vader. Zeker toen ik in Leiden zat. Ik vond hem maar een ‘gewone man met een alpinootje’. Vele jaren later ben ik daar gelukkig op terug gekomen en heb ik ingezien, dat mijn zogenoemde intelligentie verschrompelde in de nabijheid van zijn wijsheid.

En het was nog een tandje erger, als vreselijk intelligent mens besefte ik niet dat ik – braaf – onderdeel was van het systeem. Daar hebben de meesten van ons namelijk last van. Ik had erg veel geleerd in de Tempel van Athene, maar absoluut niet om kritisch te denken. De kennis die wij dagelijks geserveerd kregen moest modelburgers van ons maken, die het land zou gaan leiden volgens de principes van het vak ‘Staatsinrichting’. Alternatieven voor ‘onze’ democratie bestonden er blijkbaar niet en wij aanvaardden dit kritiekloos.

Alleen mensen die zich binnen de lijntjes bleven bewegen en de regeltjes toepassen zoals ‘het hoort’ en ‘ons geleerd is’ kunnen immers succesvol worden in ‘onze samenleving’.

En zo modderde ik een aantal decennia maar wat aan. Mijn ‘peers’ maakten glanzende carrières waarmee ze aan de verwachtingen van mevrouw De Ru beantwoordden en ik poetste mijn blazoen op door zelfstandige te worden, want voor een ding was ik zeker allergisch, dat is bevelen of orders aannemen van bazen of superieuren. Nog altijd was ik echter niet genezen van het waanidee dat gestudeerde mensen aanzien verdienen. Dat was mij in de Tempel aangeleerd, op het college en zelfs op de lagere school onderwezen en thuis dachten ze daar ook zo over. Ja, ze verdienen aanzien, want zij hebben ervoor gestudeerd!

Dat studeren deed ik na het debacle in Leiden nog vele jaren. Het bracht meer inkomen, dat zeker. Maar het bracht geen inzicht, geen begrip van hoe de wereld in elkaar gestoken is. Ik had in het onderwijs geleerd hoe ‘onze samenleving’ functioneerde, dat was het beeld (Icke noemt dit perceptie) dat ik ervan had. Waarom zou ik hieraan twijfelen? Ik was overal kritisch over, maar de gedachte dat we in een wereld leven die opzettelijk zodanig in elkaar gezet is zodat we ons hele leven slaaf zijn en dat de ‘intelligentsia’ daarvan de voorbeeldgevers zijn, dat besef brak pas door na mijn vijftigste.

De trouwste aanhangers van het systeem zijn namelijk de ‘gestudeerde mensen’, de geleerden en wetenschappers onder ons. De enige manier waarop zij staande blijven is binnen de regeltjes kleuren. Degenen die het studiemateriaal het beste konden en kunnen kopiëren zijn geniaal en verdienen aanzien. Mensen met een mening die niet in het regelschema past vallen erbuiten. Zij horen niet bij de club. Niet vanwege hun mening, maar omdat zij de regels weigeren te eerbiedigen.

Feitelijk verdedigen zij het gehanteerde concept van onze samenleving als geen ander. Zij profiteren er het meest van, maar leven net zo goed in slavernij als de rest. Dat is het meest pijnlijke van deze tempelgeschiedenis. Je denkt alles te snappen, omdat je heel erg veel weet, maar in de kern begrijp je er helemaal niets van. Sterker nog: deze mensen zien zelfs de contouren van onze gevangenis niet.

Ik kan dit op 1 manier duidelijk maken. Kijk naar het gedrag van onze intelligentsia tijdens de coronajaren. Het gros liep kritiekloos achter het narratief van de overheid aan. Dat waarin zij opgeleid waren en waarin ze uitblonken, namelijk kopiëren wat hen voorgehouden wordt, werd hun ondergang. En helaas sleepten zij vele andersdenkenden in hun val mee.

Rob Vellekoop, 21 september 2024

2 Comments

Geef een reactie

Uw e-mailadres wordt niet gepubliceerd.


*


Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.