Zucht in de wind

Ze rent vrolijk met een beest in haar bek op me af, al kwispelstaartend. Dat doet ze als ik hardop lach, dat is voor haar het sein om te gaan spelen. Ik ren dan quasi achter haar aan om het beest af te pakken of pak het af en gooi het zo ver mogelijk weg. Het is een vrolijk spel, waar we alle twee van genieten.

Soms zie ik dan tegelijkertijd in een flits mijn zoontje met wie ik alleen in het weekend even speelde, bezig was, aandacht gaf. Voor de rest van de tijd was ik geobsedeerd door mijn werk. Winst maken in het roulettespel dat handel heet. Bovendien was ik er maar een paar jaar voor hem. Veel te veel was ik bezig met de carrière, en met zorgen voor mezelf en een beetje voor anderen.

Tika, staat alweer voor me met een nieuw speelbeest. Ze springt tegen me op, of legt het beestje vlak voor me, om me uit te dagen wie van ons het snelste het mormel kan oppakken. Ieder spel is een confrontatie met mijn tekortkoming. Ik ben namelijk helemaal niet zo speels, eerder het serieuzere type, dat enkel met ernstige zaken bezig moest zijn. Wat een verspilling?

Terwijl ik achteruit rondjes loop om de keukentafel, rent onze  truffelhond achter me aan. Gretig, geamuseerd en vrolijk. Ik kan helemaal niet meer terug in de tijd om al die fouten goed te maken. Zelfs om vergiffenis vragen voor mijn eenzijdige aandacht voor de waardeloze dingen als geld verdienen, helpt me niet.

In het hier en nu is geen verleden, er is slechts het moment waarop ik iets doe voor anderen wat mij een goed gevoel geeft. Helaas zijn alle andere activiteiten feitelijk zinloos. En dat mag. We hoeven helemaal geen zinnige dingen te doen en nut te hebben, maar langzaam maar zeker leer ik dat de grootste voldoening uitgaat van denken aan en zorgen voor elkaar.

Onze hond maakt vrolijke sprongen in de weidse ruimte van onze woonomgeving. Zij beseft niet hoe beperkt het leven van anderen is in krappe enge steden. Ze deelt hier het paradijs met ons. Dat is er alleen als ik het zie. Er zijn dagen dat ik omhuld ben door een dikke vettige mist van zorgen of frustratie over alledaagse zaken waarmee we elkaar op de huid zitten. De belastingdienst die meer van je wil dan je kan dragen, de gemeente die boetes op kleine overtredingen zet die te onbenullig voor woorden zijn.

Ondertussen heb ik het spel omgekeerd en kruip op handen en voeten achter ons hondje aan, dat nog net niet schaterend wegrent. Er heerst dan geen mist, geen beperkt zicht, maar in alle helderheid zie ik een vrolijk spel, ik doe er zelfs aan mee. Moet ik dan niet serieuzer met mijn tijd omgaan?

Nee. Er zijn momenten, kort maar krachtig dat ik het doorzie. Ik kijk dan dwars door de zware bewolking van negatieve emoties heen, verlos me ervan en geniet. Dat hoeven helemaal geen ‘grootse momenten’ te zijn. Ze zijn klein en eenvoudig, maar o zo veel meer dan alle bedenksels van de mensheid bij elkaar. Tegenwoordig wandel ik rond het middaguur dwars door ons bos. Ik kom dan geen mens tegen, heel af en toe kruist het een of andere wilde dier mijn bospad. Ik ben dan omgeven door bomen in allerlei vormen, omgevallen, vervallen, krachtige en sterke, majestueuze en krakkemikkige. Ze staan daar allemaal, rustig bijna alsof ze aan het afwachten zijn. Dat doen ze echter niet. Ze leven in een heel ander tempo dan wij en communiceren zonder internet maar via een hecht netwerk van draden in de bodem met elkaar.

Hetzelfde geldt voor de roodbruine eekhoorn die evenmin allerlei ideeën nodig heeft om te leven. Ze leven in het ogenblik, precies zoals het is. Zonder franjes of diepzinnige gedachten. Dat hebben ze niet nodig. Ik vraag me af wie er het meest ontwikkeld is, Tika en de eekhoorn die geen IQ-test kunnen invullen, of homo sapiens die achter zijn staart aanloopt die hij of zij al lang niet meer heeft.

Ons truffelhondje gaat op haar achterpoten staan en legt haar poten op mijn arm, terwijl ik achter dit apparaat aan tafel zit. Alsof ze zeggen wil, hou toch op met die onzin, speel met mij. Ze verzint geen excuses, maakt evenmin schijnbewegingen om me zo ver te krijgen, nee ze is er gewoon. ‘Ik ben hier, komt er nog wat van?’

Iedere dag herhaalt zich hetzelfde schouwspel. We krijgen elke keer weer hetzelfde tafereel voorgeschoteld, net zo lang totdat we het inzien: we zijn een zucht in de wind. Laten we ophouden er iets quasi groots van te maken, laten we stoppen onszelf en onze rol in het leven te overschatten of juist te onderschatten.

Het is niet meer en niet minder. Daar kunnen we het bij laten.

 

Rob Vellekoop, 12 maart 2025

Geef als eerste een reactie

Geef een reactie

Uw e-mailadres wordt niet gepubliceerd.


*


Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie gegevens worden verwerkt.