Een bericht van Fred Teunissen
Dit artikel is het derde in een serie van zes. Fred probeert hiermee – in aansluiting op verworvenheden uit het verleden en vanuit verschillende invalshoeken – fundamentele kenmerken van een toekomstige samenleving te verkennen.
Wat maakt dat we steeds opnieuw in oorlogen verzeild raken? Deze vraag werd luid gesteld in de jaren na de eerste en tweede wereldoorlog. En nu, in wat de aanloop lijkt te zijn naar een derde wereldoorlog, moeten we hem opnieuw en nog veel indringender stellen. De eerdere antwoorden waren klaarblijkelijk niet afdoende.
Op de vraag waarom het zo’n bende is in (grote delen van) de wereld kunnen twee antwoordrichtingen onderscheiden worden. Er zijn er, die beweren dat de wereld altijd al een rommeltje is geweest en dat er daarom een sterke hand nodig is om de boel nog enigszins op orde te houden. Dit is bijvoorbeeld de mening van de Amerikaanse oud-president Barack Obama. Er zijn anderen, die dit cynische antwoord verwerpen en zoeken naar oorzaken die wegneembaar zijn, zoals bijvoorbeeld het Amerikaanse imperialisme.
Imperialisme en oorlog zijn twee kanten van dezelfde medaille. Daar is weinig tegenin te brengen. De gedachte dat strijd voor de vrede strijd tegen imperialisme inhoudt, loopt dan ook als rode draad door de geschiedenis van de arbeidersbeweging.
Deze redenering gaat echter gedeeltelijk mank, omdat er, ook al voordat er van imperialisme sprake was, op kleinere schaal oorlogen en conflicten waren. Het geopolitieke antwoord is daarom maar een deel van het antwoord.
Nieuwe spiritualiteit
Ik zoek het diepere antwoord de laatste jaren in een meer spirituele richting. Wij zijn de afgelopen eeuwen (millennia?) immers van God losgeraakt en daarmee van de natuur en van onze eigen natuur. Herstel van deze connectie en daarmee van een innerlijk doorleefde moraal haalt inderdaad een belangrijke oorzaak van conflict en verscheurdheid weg. Misschien zelfs de hoofdoorzaak. Het komt er dan ook op aan vormen van nieuwe spiritualiteit te ontwikkelen in kritiek op de oude religies die afgescheidenheid belichamen en versterken.
Maar… die nieuwe spiritualiteit blijft toch wat aan de vage kant. Is het alleen maar een besef, een innerlijk weten, een manier van kijken? En is er ook maar in de verte een glimp van hoop dat grote delen van de bevolking een nieuwe spiritualiteit zullen gaan omarmen? Ik zie dat nog niet zo snel gebeuren. Ik heb het gevoel dat er daarvoor nog een andere essentiële schakel nodig is. En misschien wel een aantal van zulke schakels.
Karakterpantsers
Onlangs las ik een postuum uitgegeven bundel met teksten van Wilhelm Reich. De titel is Children of the Future. De meeste daarin opgenomen artikelen zijn in de jaren ’20 en ’30 van de vorige eeuw geschreven, maar niet het titelverhaal. Dat stamt uit 1950. Het telt slechts achttien pagina’s, maar wat een pagina’s zijn dat!
Reich, die arts en psychiater was en daarnaast pionier en uitvinder op het vlak van subtiele (levens)energie die hij orgone noemde, belicht een emotioneel-psychologische oorlogsoorzaak: het afgescheiden raken van de vitale levensenergie door verkeerd omgaan met pasgeborenen en jonge kinderen, later nog versterkt door de opvoeding waarin (deels religieuze) taboes op erotiek en seksualiteit het ‘karakterpantser’ versterken.
Reich kiest hier niet voor niets een militaire terminologie. Als reactie op het blokkeren van vitale, erotische levensenergie, verharden we onze persoonlijkheid. De dramatische politieke gevolgen daarvan werkte hij uit in zijn beroemde boek Fascisme en massapsychologie. Dit boek is in 1933 geschreven en is op dit moment weer uiterst actueel, moeten we met bitterheid vaststellen. De EU vertoont namelijk precies dezelfde trekken die Reich in zijn psychologische fascisme-studie blootlegt.
Wat mij aanspreekt in Children of the Future is het perspectief van een liefdevollere samenleving. Dat perspectief schemert door alle regels heen. Het sluit aan bij een voorgevoel dat ik al lange tijd heb. Dat betreft een samenleving met veel inniger betrekkingen tussen de mensen. Opener, kwetsbaarder, intiemer, tederder, gevoelsmatig rijker en meer vervullend. Een erotisch universum.
Godkracht
Ik realiseer mij dat ‘los zijn van God’ direct op onszelf terugslaat. Wij maken immers deel uit van God. We zijn dus ook losgeraakt van onszelf. En dat is precies het punt dat Reich aanraakt. Alleen doet hij dat wel op een medische en psychiatrische manier. Over God spreekt hij in dit verband niet. Wel over vitale levensenergie. Dat is – zoals ik het zie – een wetenschappelijk in zijn tijd min of meer geaccepteerde term voor precies hetzelfde. Orgone, chi, ether of hoe deze kracht verder ook genoemd wordt, is wat de wereld maakt. Het is Godkracht. Zonder deze te ervaren zie je alleen de ‘buitenkant’.
Reich stelt in het begin van ‘Kinderen’ dat er geen einde komt aan oorlogen als we niet in staat zijn anders met kinderen om te gaan en zo weten te voorkomen dat ze ‘karakterpantsers’ vormen. Het probleem is alleen dat wij ons eigen pantser niet zien, omdat we ermee zijn vergroeid. En zo geeft steeds de ene na de andere generatie de eigen verkniptheid door aan nieuwe generaties.
Het boek begint dan ook met een omschrijving van de schijnbaar hopeloze situatie waarin we verkeren: “During the past century, our parents and grandparents have repeatedly tried to penetrate the wall of social evil with all kinds of social theories, political programs, reforms, resolutions, and revolutions. They have failed miserably every time; not one attempt at an improvement of the human lot has succeeded.”
Onze enige hoop, aldus Reich, ligt in het zodanig veranderen van opvoeding en onderwijs dat jonge mensen hun vitale levensenergie behouden en geen pantsers (‘armouring’) meer ontwikkelen.
Maar hoe doe je dat, wetende dat je zelf deel uitmaakt van het probleem?
Onontgonnen gebied
In de jaren ’60 en ’70 hebben we dit geprobeerd met wat de seksuele revolutie wordt genoemd. Maar grotere seksuele vrijheid, terwijl de pantsers van de ouders nog intact zijn, leidt niet tot een wezenlijk betere opvoeding van de kinderen.
Bovendien is vitale levensenergie zoveel meer dan wat we onder seksualiteit verstaan. Dat deze twee begrippen als synoniem worden opgevat was een probleem in de benadering in de jaren ’60 en ’70. Maar ook bij Reich vind ik de focus eenzijdig seksueel/biologisch/orgastisch.
Er is daardoor geen intrinsieke verbinding met wat we liefde noemen en met wat ik hierboven nieuwe spiritualiteit en Godkracht heb genoemd. Seksualiteit blijft daarvan teveel afgescheiden, terwijl het er deel van is. In de ander ontmoet je God. Niet alleen zijn of haar biologie en psychologie.
Hier raken we aan een bij mijn weten nog nauwelijks ontgonnen gebied. Aan een psychologie van de intimiteit. Aan een andere kijk op wat we onze ‘persoonlijkheid’ noemen. Als deel van God en met ettelijke vorige levens in onze existentiële rugzak zijn wij onsterfelijke zielen en niet de afgescheiden momentopnamen waar de sociale wetenschappen ons voor houden.
Dwangmatigheid
Er is heel veel erg goed aan het werk van Wilhelm Reich. Ik vind zijn analyse van de vorming van ‘karakterpantsers’ steekhoudend en enorm belangrijk om mee te nemen in de transformatieprocessen waar we individueel en collectief doorheen gaan.
Minder enthousiast ben ik over zijn kijk op homoseksualiteit. Voor zijn tijd spreekt hij er weliswaar tamelijk liberaal over, maar ook hij gaat uit van een ‘afwijking’ van wat ‘normaal’ is. Die afwijking kan genezen worden bij tijdig ingrijpen, stelt hij.
Dit zijn uiteraard verouderde standpunten. En dat niet alleen, ze vormen ook een innerlijke tegenspraak binnen zijn denken. Homoseksualiteit is toch ook, zou je zeggen, een uiting van ‘vitale levensenergie’? En zou het niet juist tot ‘karakterpantsering’ leiden als deze energie bij jonge mensen wordt geblokkeerd? Beter gezegd: als hun biseksualiteit wordt geblokkeerd?
Het probleem van de opvoeding tot dwangmatige heteroseksualiteit wordt door Reich niet gezien. Of misschien zag hij het wel, maar was dit een brug te ver voor hem. Hij had immers zijn handen al vol aan de vele, ‘normale’, heteroseksuele taboes.
Zoals ik er inmiddels in sta, zie ik vier, onderling verbonden, gedragingen die kunnen bijdragen aan het uitbannen van oorlog: anti-imperialistische actie, herstel van de band met God, herstel van de verbinding met de eigen vitale levensenergie en een grondige transformatie van opvoeding en onderwijs.
Literatuur
Wilhelm Reich, Children of the Future, on the Prevention of Sexual Pathology, 1950,1983
Wilhelm Reich, Die Massenpsychologie des Faschismus, 1933,1971
No responses yet